Na de poging van St. Columba om de noorderlijke Picten te bekeren tot het Christendom schommelde het gebied tussen heidense en Christelijke overtuigingen tot, in de zevende eeuw, St. Cumin de vallei bezocht. Hij bouwde verder op het werk van St. Columba en bracht het Christendom tot stand in dit deel van de Hooglanden.
Hij heeft hier een kerk gebouwd en het dorp kwam bekend te staan als Cille Chuimein ofwel Kerk van Cumin. De lokale naam voor het dorp is nog steeds Cille Chuimein en de lokale school heet ‘Kilcumen Academy’. Na de tweede Jacobijnse opstand van 1715 (de Jacobijnen waren aanhangers van de Katholieke Stuart monarchie), bouwde Generaal George Wade een wegennetwerk met Cille Chuimein in het centrum.
Hij bouwde hier ook een nieuw fort dat hij Fort Augustus noemde als eerbetoon aan de favoriete zoon van Koning George – William Augustus, de Hertog van Cumberland. Toen het fort eenmaal was gebouwd werd de Engelse naam voor het dorp Fort Augustus. Het fort was enorm en van stevige constructie met vier zwaar verdedigde bolwerken in ieder van de hoeken. Het verleende onderdak aan een flinke militaire detachering.
De laatste Jacobijnse opstand vond plaats in 1745 en het fort is overgegeven aan de Jacobijnse strijdkrachten die het ernstig hadden beschadigd met kanonvuur. In 1746 zijn de Jacobijnen verslagen en besloot de Hertog van Cumberland, de man naar wie het fort was genoemd, om het als zijn hoofdkwartier te gebruiken maar het was onbruikbaar. Cumberland was woest over de beschadiging en begon een serie afschuwelijke gruweldaden tegen de bewoners van de Hooglanden. Na 1745 is het fort nooit herbouwd en Lord Lovat heeft het van de regering gekocht en heeft een van de gebouwen gerenoveerd om het als jachthuis te gebruiken en gaf het in 1878 aan Benedictijnse monniken die de abdij hebben gebouwd. De abdij is gebouwd op de fundamenten van het fort en de overgebleven gebouwen.
Dit gebouw werd tot 1933 door de monniken gebruikt als kostschool en tot 1998 werd het gebruikt als een bezoekerscentrum. Toendertijd was het de grootste privébezoekersattractie in Schotland. Nu zijn deze prachtige gebouwen verbouwd tot appartementen en zijn niet meer toegankelijk voor het publiek.